Zocht u wat anders?
Hoe snoei je een boom?
Om te weten hoe je een boom snoeit, wil je allereerst voor jezelf bepalen welke takken je wilt snoeien. Vervolgens wil je dan natuurlijk ook weten hoe je op een correcte manier een tak afzaagt of inkort. Het antwoord op die vraag vind je onder ‘Hoe snoei je een tak’.
Om te bepalen welke takken je wilt wegsnoeien of terugsnoeien richt je jezelf op 1 van de 3 volgende aspecten of een combinatie van deze:
1. Veiligheid
2. Boomgrootte & groeiruimte
3. Mensen en hun wensen; esthetische vorm, zonlicht, etc.
1. Veiligheid – Je wilt een stabiele boom die over het geheel niet te zwaar belast wordt. En je wilt dat iedere afzonderlijke tak van een boom gezond is en de kans op uitbreken (op een risicovolle plek!) klein is.
Voor een boom als geheel is het reduceren van een boomkroon, ofwel het inkorten van meerdere takken, vaak niet nodig. Een natuurlijk gegroeide gezonde boom staat stabiel, dat is zijn natuur. Wanneer een boom echter verzwakkingen of holtes toont in bijvoorbeeld zijn stam, of parasitaire zwammen heeft rondom of op de stamvoet, dan wordt het tijd om op te letten. En dan doe je er mogelijk goed aan de mechanische belastingen van de boom als geheel te verlichten door de boomkroon te reduceren. Ook wanneer omliggende bomen verdwijnen (bijvoorbeeld in een bosverband) of beschutting anderzijds verdwijnt, veranderen ook de krachten van de windbelasting op deze boom. Hier heeft de boom zich in zijn levensloop niet op berekend en dus neemt de kans op het falen van (delen van) de boom toe.
De afzonderlijke takken van een boom verdienen ook de nodige aandacht met betrekking tot veiligheid. Zo is het allereerst heel eenvoudig om risico’s weg te nemen door eens per jaar goed te kijken of er grotere dode takken in de boom hangen. Zo ja, dan wil je deze dode takken verwijderen of laten verwijderen door een professionele boomverzorger. Hoe herken je een dode tak? Simpel. Bij een loofboom zit er in de lente/zomer geen blad aan een dode tak. En in de late herfst/winter zitten er geen knoppen op. Een dode tak in een naaldboom heeft geen naalden, onafhankelijk van het seizoen.
Daarnaast mogen we ook eens per jaar goed kijken naar de grotere levende takken. Zo kun je scannen op zogenaamde ‘probleemtakken’. Probleemtakken zijn takken met een (zichtbare) verzwakking ergens over de lengte van de tak of een verzwakking bij de takaanzet (begin van de tak). Zichtbare verzwakkingen over de lengte van de tak kunnen bijvoorbeeld lengte-scheuren of radiaal-scheuren zijn. Ook kun je verzwakkingen zien OF verwachten als 2 takken langs elkaar schuren. Bij het waarnemen van schuurtakken wil je er eigenlijk altijd 1 van de 2 weg (laten) snoeien, en liever vroeger dan later. Schuurtakken vragen op termijn om verzwakkingen en dus problemen.
Een befaamde verzwakking bij een takaanzet is de zogenaamde ‘plakoksel’. Hoe je een plakoksel bij een boom herkent, kun je het best even bekijken op Google Images. Het is niet goed geïntegreerd houtweefsel van stam naar tak, en eigenlijk zie je vaak een duidelijke groef of spleet. Takken met plakoksels hebben verhoogde kans om uit te breken. Soorten als esdoorns, beuken, haagbeuken, lindes neigen nog wel eens takken met plakoksels te hebben.
De probleemtakken zoals hierboven besproken wil je OF geheel verwijderen OF inkorten en uitlichten.
2. Boomgrootte & groeiruimte – Kleine bomen worden groot. En veel van de bomen die van nature groeien in onze omgeving worden gemakkelijk 15 a 20 meter hoog, als je ze vrij laat groeien. Aangezien bomen te allen tijde samen moeten gaan met onze leefruimte, onze infrastructuur en onze gebouwen, zullen ze zodoende ook af en toe begeleid, gevormd of ‘getemd’ moeten worden.
Zeker jonge bomen laten zich goed vormen met een serie van begeleidende snoeirondes om de 3 a 4 jaar. Voor zowel jonge bomen als volwassen bomen geldt dat je bij een goede conditie van de boom per snoeironde maximaal 40 % van hun bladmassa wilt wegsnoeien. En voor iedere boom geldt dat het beter voor de boom is om dunnere takken weg te snoeien dan dikke takken weg te snoeien. Grote snoeiwonden zijn moeizamer te herstellen voor een boom, en kunnen een ingang zijn voor ziekteverwekkers.
Bovenstaande snoeiregels meenemend, begrijp je dus dat je soms een klein beetje in de toekomst moet proberen te kijken met betrekking tot jouw boom. Waar zullen de huidige (kleine) takken over 10 jaar naartoe gegroeid zijn? En over 20 jaar? Je kunt er gerust van uitgaan dat over 10 jaar een tak 3 meter langer is geworden. Als een tak geen toekomstperspectief heeft vanwege een conflict tussen zijn groeiruimte en de benodigde ruimte tot je huis, je oprijlaan, de openbare weg, enzovoort, dan kun je hem beter in een vroeg stadium weghalen. Natuurlijk kun je takken ook vaak op een passende manier inkorten! Om ze op deze manier te behouden.
3. Mensen en hun wensen; esthetische vorm, zonlicht, etc. – Welke takken we ten slotte willen snoeien, bepalen we als mens soms lekker puur en alleen voor onze eigen genoegen. Geen pure noodzaak, maar toch wel erg fijn als we wat meer zonlicht in huis of in de tuin krijgen. Je kunt zeker bepaalde takken inkorten of wegnemen om een bepaald gewenst beeld te vormen van de boom, of om meer zonlicht te krijgen in huis. Naast bovengenoemde snoeiregels, wil je er alleen nog voor zorgen dat je de tak op een correcte wijze afzaagt of inkort. Het antwoord op die vraag vind je onder ‘Hoe snoei je een tak’.